Home » alkydverf

Watergedragen verf is toch logisch, waarom bestaan er dan andere soorten verf ?

Ooit zijn we geleerd dat alkydverf (solventverf) de degelijkste verf is, en eigenlijk is dat nog altijd voor een groot deel waar. Een alkyd (het bindmiddel) is een olieachtige hars die lang elastisch blijft, goed bestand is tegen uv-licht (zon) en dat is een groot voordeel tov de veel brozere acrylverven.

Een oplosmiddel moest erin om de taaie substantie dun smeerbaar te maken. Met water ging dit niet – of niemand wilde het proberen ?

 

Al van in de jaren negentig kwam het besef dat de solventdampen heel veel gezondheidsproblemen veroorzaakten, de zogenaamde ‘schildersziekte’. Er kwamen stemmen op om het solventgebruik in binnenverven te bannen, want als het beter is voor de schilder, is het ook beter voor de bewoner.

Toch heeft nog tot 2010 geduurd vooraleer er een Europese norm van kracht ging, die dit -halfslachtig – aan banden legde. Met voorzichtige dwang dus schakelden de verffabrikanten geleidelijk over op watergedragen verftypes, die pakweg anno 1995 ook al bestonden en goed functioneerden.

Met veel gemor van de schilder-vakman want hij vond dat hij zijn beste verf was afgepakt…

Dit alles had eigenlijk weinig met milieubewustheid te maken. Het milieubesef komt er nu pas omdat de solventen petrochemisch zijn en dat aspect wordt meegezogen in de energiecrisis…

 

Om in 2022 te willen vernieuwend zijn met het promoten van watergedragen verf, verkondig je eigenlijk inzichten van 30 jaar oud. En toch lees je het nog overal.